Beveiligen van gebouwen / objectbeveiliging
Een objectbeveiliging moet de bliksemontlading opvangen en afleiden naar aarde, zonder dat schade aan het object ontstaat.

Voor het principe van beveiliging, maken we gebruik van de wijze waarop de bliksem zich in de natuur ontlaadt. Pas in de laatste 20-60 m van de bliksemontlading vindt de eigenlijke doorslag plaats. Vanuit het object ontstaat er een vangontlading, die de hoofdontlading tegemoet komt. Dit traject wordt ook wel het doorslagtraject genoemd en kan gezien worden als een soort fictieve cirkel (bol) rond de kop van de ontlading. Dit doorslagtraject bepaalt het punt van de inslag. Het punt dat als eerste binnen de fictieve cirkel (bol) komt, is het punt van de inslag.

Bekijken we, bijvoorbeeld bij een antenne, de verschillende mogelijkheden waar bliksemontladingen plaats kunnen vinden, dan kunnen we zien waar de bliksem op het object kan inslaan. Daarbij zien we ook een gebied waar de bliksem niet zal inslaan. Het zogenaamde beschermd gebied. U ziet dat een hoog object een beperkt beschermd gebied heeft. Is het object hoger, dan wordt het beschermd gebied niet groter.

Projecteren we het verschijnsel, de fictieve cirkel (bol) van het doorslagtraject, op een willekeurig gebouw, dan wordt zichtbaar waar de bliksem op het gebouw kan inslaan en waar niet. Daarbij kan men er ook van uitgaan dat randen en hoeken of andere uitstekende delen van het object, de voorkeur plaatsen zijn waar een vangontlading gestart wordt, dus de inslag op plaats vindt.

Om het object te beveiligen dienen op de randen en hoeken of andere uitstekende delen van het object, daar waar de bliksem kan inslaan, opvangleidingen geplaatst te worden.
Omdat bliksem de voorkeur heeft voor randen, hoeken en uitstekende delen en omdat een vangontlading ontstaat, is het niet direct nodig om tussenliggende vlakken geheel te voorzien van opvangleidingen. Het is voldoende om opvangleidingen aan te brengen met mazen van 20 x 20 meter. Of wil men een hogere beveiligingsgraad hebben met mazen van 10 x 10 meter. Deze opvangleidingen worden met zogenaamde afgaande leidingen verbonden met een aardingssysteem in de grond.

Een bovenaanzicht van een bliksemafleiderinstallatie.
Meer informatie?
Heeft u vragen of wilt u een brochure aanvragen? Neem dan contact met ons op.