Wanneer is bliksembeveiliging verplicht?
Algemeen kan gesteld worden dat bliksembeveiliging toegepast dient te worden in de volgende gevallen:
- als een mogelijk verlies ten gevolge van blikseminslag onoverkomelijk is, denk hierbij aan letsel of verlies van mensenlevens, openbare diensten en culturele erfgoederen
- in omgevingen met milieu- of ontploffingsgevaar (ATEX)
- wanneer de economische schade (direct of indirect door het wegvallen van functionaliteit) in kans en waarde groter is dan de kosten van de te nemen maatregelen
De wetgeving is in eerste instantie gebaseerd op het uitgangspunt of er gevaar kan optreden voor de omgeving. Bijvoorbeeld milieu schade of letsel voor personen die geen onderdeel vormen van het object (voorbijgangers, bezoekers ed). Is dit van toepassing, dan wordt er in bouw- of milieu vergunningen een eis gesteld aan bliksembeveiliging.
In bepaalde situaties waarbij men van te voren weet dat blikseminslag een risico kan zijn, worden richtlijnen gegeven. Bijvoorbeeld in het convenant hoogbouw (NTA 4614-6). De basis is dan dat er altijd eerst een specifieke risico analyse gedaan moet worden. Ook subsidieverstrekkers kunnen eisen stellen. Denk daarbij aan monumenten, maar ook sommige subsidies m.b.t. zonnepanelen.
In de tweede instantie kijkt de wetgever als er schade of ongeval aan de orde is, of dit had kunnen worden voorkomen. Daarbij wordt met name gekeken naar letsel van personen en/of schade aan derden. Dit wordt ook wel de zorgplicht genoemd van een eigenaar of werkgever. Volgens de ARBO wetgeving is de werkgever verplicht om zijn medewerkers en bezoekers een veilige omgeving te verschaffen, ook tijdens zware weersomstandigheden.
De wetgever gaat ervan uit dat materiële eigen schade in principe voor eigen verantwoordelijkheid is. Bij eigen schade, kan een verzekeraar eisen stellen aan een bliksembeveiligingsinstallatie (we zien dit met name bij PV-installaties op daken of schade aan apparatuur in het gebouw).
Buiten wet en regelgeving om, is de afweging voor aanleg van een bliksembeveiligingsinstallatie een keuze om personen een veilige omgeving te bieden en het voorkomen van schade en de gevolgen daarvan (dagwaarde bij verzekering, verlies van onvervangbare zaken of productie stilstand).
De normenreeks NEN-EN-IEC 62305, sinds 2006 de mondiale, Europese en nationale norm op het gebied van bliksembeveiligingsinstallaties biedt hierbij de actuele stand der techniek.
Opmerking: De oude Nederlandse norm NEN 1014 is vervallen. Specifiek aan de Nederlandse praktijk gerelateerde kennis en voorbeelden hieruit zijn overgenomen in een nieuwe Nederlandse parktijkrichtlijn NPR 1014 (vanaf eind 2009)
Verplichting tot het toepassen van bliksembeveiliging en/of norm NEN-EN-IEC 62305 ontstaat wanneer hierover tussen betrokken partijen bindende afspraken worden gemaakt, b.v. in het kader van verstrekking van vergunningen of subsidies, via verzekerings- en garantievoorwaarden.
En de Arbowet, volgens welke de werkgever dient te zorgen voor een veilige en gezonde werkplek voor zijn werknemers, kan aanleiding zijn om te besluiten bliksembeveiliging toe te passen.
Het gebruik van, en voldoen aan de norm NEN-EN-IEC 62305 biedt bij het toepassen van bliksembeveiliging het voordeel dat dit in juridische kring wordt gezien als bijdrage in de bewijslast, zijnde het vermoeden dat aan een eventuele verplichting tot het toepassen van bliksembeveiliging wordt voldaan (de norm wordt immers gezien als actuele, erkende stand der techniek).
Meer informatie?
Heeft u vragen of wilt u een brochure aanvragen? Neem dan contact met ons op.