Bliksemschade; een economische afweging
Schaap Bliksembeveiliging gaat op basis van de gegeven situatie, rekening houdend met ervaringscijfers, bij een economische afweging uit van het risico op mogelijke schade. Van bepaalde gebouwen weten we hoe groot de procentuele schade kan zijn bij een brand. De te verwachten schade wordt afgezet tegen de kosten van beveiliging. Zijn de kosten van het beveiligen lager dan de mogelijke schade; dan is het zeer zinvol om een beveiligingsinstallatie te realiseren .
Deze objectieve en internationaal erkende rekenmethode staat ook in de NPR 1014.
Eén van de belangrijkste risico’s voor objecten is een rechtstreekse blikseminslag. De kans op inslag is afhankelijk van de ligging en de hoogte van het gebouw. Bij een inslag wordt de uiteindelijke schade bepaald door het type gebouw, de constructie en de aanwezige brandbeveiligingsvoorzieningen. De wens of de noodzaak van beveiligen wordt bepaald door de gevolgen: de waarde van het pand, de inboedel, eventuele omzetverliezen en emotionele verliezen.
Voor de schadeverwachting gaan we uit van de totale opstal- en inboedelwaarde, die door reductiefactoren worden teruggerekend naar de mogelijke verwachte schade bij een inslag. Deze reductiefactoren zijn gebaseerd op CBS-cijfers en internationale ervaringscijfers.